Kampala: First impressions

Shalom Guesthouse blijkt een oase in een op het eerste gezicht rommelige en rumoerige omgeving. Op 5 minuten lopen van het VSO hoofdkwartier is het een prima uitvalsbasis voor een eerste kennismaking met Kampala: 5 km ten oosten van het hectische stadscentrum, een rustige en groene compund met ruime kamers en vriendelijk personeel.
Opmerkelijk hoe snel je gewend kunt raken aan dagelijks uitvallend stroom/warm water/internet, de veronderstelde vanzelfsprekendheden van het dagelijks leven.

Natuurlijk is het in het begin even wennen aan de talrijke -veelal met oude karabijnen bewapende- bewakers die nadrukkelijk aanwezig zijn in en om hotels, winkels, parkings kortom overal waar veel mensen elkaar treffen. Een nawee van de bomaanslagen die door Somalische terroristen een jaar of 5 geleden werden gepleegd in antwoord op de inzet van Ugandese legereenheden in het kader van VN-vredesacties.

Wennen is het ook aan de talloze boda-boda's (lichte taxi-motorfietsen, veelal van het mij onbekende merk 'Boxer') waarvan de ongehelmde berijders zich met ware doodsverachting in het verkeer storten. Zigzaggend tussen grote gaten en drempels in het wegdek, rakelings scherend langs onverlichte voetgangers, een enkele fietser wegtoeterend, steeds op zoek naar oogcontact met bestuurders van grote 4-wheel-drives en lawaaiige 14-persoons minibusjes. Een no-go zonder helm, zeker na zonsondergang, aldus mijn verzekeraar.

Maar wennen aan het milde klimaat kost me geen moeite. Na de vrieskou van Nederland voelt Kampala -gelegen op de evenaar maar onder sterke invloed van het imposante Victoriameer, overdag rond de 26 graden en 's nachts een flink stuk koeler- als een warm bad.
Er is ook veel groen omdat er bijna dagelijks wel een fikse bui valt die het stof en vuil wegspoelt.

Hoewel, vuil ? Eigenlijk is het opvallend hoe schoon Kampala is, vergeleken met veel andere plekken waar ik verbleef zoals India of Indonesie. Ik zie regelmatig vuilsniswagens en schoonmakers actief, bovendien heeft het begrip 'afval' hier een andere lading dan in ons decadente westen, want bijna alles wordt hier gerecycled. Zo worden autobanden getransformeerd tot schoenzolen, oud ijzer tot gereedschap etc etc. Leerzaam.

Overal wordt handel gedreven door nijvere middenstanders. De modale Ugandees is een klantgerichte zelfstandige-zonder-personeel die overal een mogelijkheid ziet voor transactie: beltegoed en fruit langs de weg, dagbladen op drukke kruispunten, ga zo maar door. Ik schat dat er verhoudingsgewijs meer bedelaars in Amersfoort voorkomen dan in Kampala.